GR5 logo GR5 - Ardennen

Maastricht - Gilsdorf

In 1999 en 2000 loop ik tijdens 2 vakanties de GR5 route door de Ardennen. In Maastricht haak ik bij de route aan bij het eind van het Pieterpad.

Etappe Km Totaal km
Maastricht - Visé   25 25
Visé - Wégimont  28 53
Wégimont - Nessonvaux  12 65
Nessonvaux - Banneux 7 72
Banneux - Spa 18 90
Spa - Stavelot   18 108
Stavelot - Vielsalm 16 124
Vielsalm - Schirm  19 143
Schirm - Peterskirche 17

160

Peterskirche - Tintesmillen 9 169
Tintesmillen - Dasburg brug 9 178
Dasburg brug - Rodershausen 1 179
Rodershausen - Stolzembourg 19 198
Stolzembourg - Vianden 12 210
Vianden - Gilsdorf 17 227

 


Maastricht - Visé

 

Om 6 uur ben ik klaarwakker. Na 3 kwartier lezen val ik weer in slaap en word dan gewekt door de wekker. Zeven uur, de camping slaapt. Ontbijten en tandenpoetsen. Ik pak de laatste restjes (waaronder een kletsnatte tent) in en zo rijd ik om kwart voor 8 naar Visé.

 

Om even over achten heb ik een parkeerplaats “gratuit” gevonden pal bij het station en leg ik de tent op straat te drogen. Om 5 voor half 9 sta ik bepakt en berugzakt bij het station, alwaar de computer er eindeloos over doet alvorens een enkeltje Maastricht uit te spugen. Een internationale verbinding moet je maar denken. Dat moet lollig zijn in de spits. Met trein en bus naar de Mergelweg en zo begin ik om kwart voor 10 aan mijn eerste GR5 etappe naar Visé.

 

Eerst over de Sint Pietersberg (zie de Andersom site voor mooie foto's en gedichten) waarna je (ongemerkt) België binnenstapt. Na 5 km houd ik een drinkpauze bij de stadsgrens van Kanne. Het is zweetweer. Kanne zou “de parel van de Jekervallei” zijn. Dat pleit dan niet voor de Jekervallei, die overigens wel mooi is. Over het Albertkanaal en via Eben-Emaël (met een mooie kerk die je steeds in de verte ziet liggen omdat hij op een hoogte staat) loop ik omhoog naar de Tour d’Eben-Ezer, een raar bouwsel van vuursteen met 4 gigantische, spookachtige dieren op het dak.

 

Een krentenbol, een appel en een halve fles Isostar later ga ik verder richting Wonck. Een verlaten weg over een mergelplateau met links en rechts mergelgroeves: een uitgemergeld landschap. Verder is het vooral erg warm, want er is geen aasje schaduw te bekennen. Vanuit Wonck word je omgeleid over een smal paadje langs de Geer (de Jeker op zijn Belgs). Het is best mooi, maar ook erg om: na 3 kwartier sta je aan de andere kant van het gehucht Wonck. Mijn rechtervoet doet zeer, er zit iets niet goed met de schoenzool. Vanavond maar eens rustig kijken. Ook pal voor Haccourt laten ze je weer zo’n omweg lopen, dit keer inclusief stijgen en dalen. Ik kan het, na 20 km, niet echt waarderen. Het enige leuke is dat ik voor het eerst van mijn leven een slang zie: een kleintje weliswaar, maar toch…

 

Ik heb eigenlijk te weinig water bij me maar met wat kunst- en vliegwerk haal ik Haccourt. Daar koop ik 2 blikjes citroenfris die ik samen met een krentenbol naar binnen werk. Dan strompel ik (het beste is er inmiddels wel af) naar Visé. Na een snelle cola bij de “Irish pub” (weinig Ierse invloeden te bekennen) rijd ik met de auto naar het Domaine de Wégimont, een gigantisch kasteel annex pretpark annex bos annex camping.

 

Terug naar het begin


Visé - Wégimont

 

Het slapen op mijn matje valt, zo voor het eerst in jaren, niet eens tegen alleen gaat het ’s nachts gieten en klateren de druppels op zo’n 5 cm van mijn oren op het tentdak, dus daar wil je wel wakker van worden. Om half 7 word ik wakker omdat er iets “niet klopt” aan de tent. Er is inderdaad een haring losgeschoten en ik lig met de natte buitentent op mijn snufferd. Dan maar meteen opstaan. De camping is in diepe rust en na de tent hersteld te hebben gooi ik mijn overnachtingsspullen in mijn tentje en rijd om 10 voor half 7 met de dauw op mijn gezicht naar Spa.

 

Het is een best eind rijden naar Spa, maar na enig gezoek sta ik om even voor half 8 bij het stationnetje. Ik smeer mijn boterhammen, sluit de auto goed af en ga dan onder het genot van een half pond kersen een kaartje kopen. Gisteren was het kippenstukje Visé-Maastricht 190 BEF, vandaag betaal ik voor het veel langere stuk Spa-Visé 205 BEF. ??? Het zal wel. Met behulp van 3 treinen (een hele luxe intercity en twee gruwelijk oude boemeltjes) sta ik om 6 over half 10 in Visé.

 

Daar gaan we weer. Vanuit Visé mag ik meteen omhoog, een plateau over en dan weer naar beneden naar Dalhem. Aan de oever van de Berwinne drink ik een pakje jus en dan gaat het omhoog richting het geluid van een hoempapa fanfare die ik al de hele tijd hoor. Eén of andere herdenking, vraag me niet wat. Verder maar weer richting Saint Remy. Een paar spetters uit een hele dreigende lucht is alles wat er valt en als ik bij de lokale bushalte neerplof voor de lunch breekt zelfs de zon door. Van de 3 blaren van gisteren prik ik er één weer door en voorzie hem van compeed, de andere 2 redden zich nog. Na een steil klimmetje en een hele steile afdaling door het bos loop ik een half uur over een prachtig, breed bospad. De bossen bestaan hier alleen uit loofbomen, geen naaldboom te bekennen. Rechts ruist en kabbelt de Julienne. Na het kasteel van Saive (waar ik een meneer tegenkom die de route aan het onderhouden is) klim ik nog een keer omhoog en loop dan in een lange rechte lijn naar Micheroux, slechts onderbroken door een Isostar + boterhammenstop want de brandstof is op.

 

Bij Micheroux ligt een enorme heuvel afval van de lokale kolenmijn. In het dorp zie ik rechts een bord “Coca cola”. Ik loop er door de regen heen: dicht. Heb je 22 km gewandeld, wil je dat dus niet hebben. Dan maar een appeltje gegeten in een bushokje. Door een saai buitenwijkje loop ik vervolgens naar een weiland. Eerst loop ik aan de verkeerde kant van de stroom, maar als ik verderop een groep wandelaars uit de tegenovergestelde richting aan zie komen kan ik mijn vergissing nog zonder al te veel schade herstellen. Wel holt er een hele kudde koeien op mij af, maar enige studie leert me dat er geen stier tussen zit, dus BOE! Koeien af. Verder door het weiland en over een heel smal, hobbelig paadje tussen/over/door brandnetels. Dan nog een kilometertje asfalt, 500 meter naar de camping en dan heb ik er volgens de teller (die goed klopt) 28 km opzitten. Een nieuw record en zo voelt het ook.

 

Terug naar het begin


Wégimont - Nessonvaux

Tussen Nessonvaux en Olne

 

Na een uurtje Radio Nederland sta ik om 8 uur op. Douchen, alles inpakken (waaronder een kletsnatte tent) en een alternatief ontbijt met een liter appelsap, een oude krentenbol en een appel. Om kwart over 9 is mijn rugzak ingepakt en ga ik op pad. Ik heb besloten er een kort wandeldagje van te maken: naar Fraipont en vanaf daar met de trein terug naar Spa. Ik wil gewoon even niet wandelen en vooral weer eens in een wat riantere tent liggen. Dat bivaktentje is prima, maar wel met mooi weer. De rugzak is een kilo of 12, maar zit prima. Tot Olne gaat het lekker: een zakje chips met een mooi uitzicht, lekker doorlopen. Olne ruikt nog naar bier van het dorpsfeest van gisteravond. Bij een bakkerij koop ik wat broodjes en dan ga ik op weg voor de 21 minuten naar Touvoie. Niks 21 minuten, meer dan een uur! De route is prachtig, richting een klein valleitje, maar dan staat er opeens een flinke afrastering over de weg. Na wat gezoek besluit ik dan maar “op het kompas” om te lopen en uiteindelijk beland ik via een asfaltweg weer op de route. Wel veel gemopper, maar niemand om het op af te reageren.

 

Ik klauter naar Grihanster en vanaf daar gaat het voornamelijk langs hagen, brandnetels en braamstruiken naar Nessonvaux. Het laatste stuk gaat steil naar beneden door een bos en dan sta je opeens ongeveer in iemands woonkamer. In Nessonvaux begint het hard te regenen, dus na een blikje cola besluit ik om dan hier maar op de trein te stappen. Het half uurtje wachten is eigenlijk zo voorbij en inclusief overstap sta ik een half uur later in een stomend Spa bij mijn nog druipende auto en rijd via de Hautes Fagnes naar Stavelot.

 

Terug naar het begin


Spa - Stavelot

 

Inmiddels is er een vriendin bijgekomen. ’s Morgens nemen we ruim de tijd om te ontbijten, douchen en boterhammen te smeren. Om half 10 parkeren we eerst mijn auto in Stavelot en rijden vervolgens met de andere auto naar het station van Spa. We lopen nog even door Spa en kunnen dan op weg naar Stavelot. We klimmen vrijwel meteen Spa uit en lopen langs een stroompje door een prachtig valleitje omhoog. We steken een aantal malen via bruggetjes de stroom over om uiteindelijk te belanden bij de bron van het stroompje Pouhon Delcor. In de schuilhut eten we brood en drinken de drinkyoghurt op. De tocht gaat verder omhoog richting een echt hoogveen: de Fagne de Malchamps. Prachtige vergezichten en een schitterend landschap op een hoogte van bijna 600 meter boven de zeespiegel. Echt veen met pluisgras, mosjes, vennetjes, kleine boompjes, salamanders en veel vogeltjes die onder de planken van het knuppelpad waar we overheen lopen uitschieten. Boven op een grote uitkijktoren eten we onze boterhammen verder op.

 

Het pad wordt nu bij tijd en wijle heel drassig. Ook de lucht betrekt (vanochtend was het nog zonnig) dus het lijkt erop dat er meer water bij gaat komen. Even nadat we het dal bij Ruy verlaten hebben gebeurt dat ook. We schuilen onder een boom langs een weiland en na een half uurtje is de ergste miezerregen wel over en lopen we verder omhoog. Weer een prachtig gebied van afwisselend naaldbos, (half)open plekken, de Fagne de Bellaire en dan via een weiland naar beneden. Beneden aangekomen moeten we door een heel donker tunneltje met links een stroompje en dan staan we in Stavelot.

 

Terug naar het begin


Stavelot - Vielsalm

 

Na een rustig ontbijt rijden we in 2 auto’s naar Vielsalm, parkeren mijn auto bij de lokale Spar en rijden met de andere auto naar Stavelot. Daar pakken we (met schoenen die nog steeds vochtig zijn van het natte gras van gisteren) de route weer op. Reeds na 250 meter moeten we stoppen bij een groentenzaakje met 4 verschillende soorten kersen. Na een vergelijkende smaaktest lopen we even later met een pond kersen al etend de berg op.

 

We lopen vandaag in één keer naar de “bergrug” (een wat groot woord, maar het gaat om het principe) en volgen die dan tot Vielsalm, dus eigenlijk is het een heel eenvoudige wandeling, die bovendien met 16 km ook niet erg lang is. De paden zijn goed begaanbaar, de lucht wordt steeds blauwer, er staat een aangenaam briesje en de vergezichten zijn mooi. Kortom, wat wil een mens nog meer behalve wat minder vliegen en ander stekend en bijtend ongedierte. We zien een hagedis, een kikker en een tor, wat koeien, 2 paarden en een hond en vooral heel weinig mensen. Het Pieterpad wordt twee kanten uit gelopen, maar de GR5 loopt iedereen van noord naar zuid. Op het eind van de route zien we veel kaalslag: grote velden, gekapte naaldbomen. Voor het skitoerisme?

 

In Vielsalm doen we ons eerst tegoed aan twee flesjes fris per persoon en doen daarna inkopen bij de Spar. We rijden terug naar Stavelot via de toeristische route (over Wanne).

 

Terug naar het begin


Vielsalm - Schirm

 

’s Nachts schrik ik wakker van een geraas naast de tent: een egel of een kat trekt de emmer met afwas om om de resten vis eens lekker af te likken. Als mijn hartslag weer enigszins normaal is ga ik maar weer slapen tot de wekker me om half 8 ruw uit mijn slaap haalt. Om 8 uur rijd ik naar Stavelot om daar met heel veel Franse mécaniciens in de rij te gaan staan voor broodjes. Deze dagen wordt de 24 uur van Francorchamps verreden en om half 9 ’s morgens is (dus) de lokale kroeg al open.

Doorwaadbare plaats

Na een fiks ontbijt nemen we afscheid van mijn ene vriendin en ga ik met een andere vriendin op weg: eerst met 2 auto’s naar Schirm en daarna met mijn auto terug naar Vielsalm. Om half 11 staan we bij de Spar, om 10 over half 11 beginnen we te lopen. Het is helder en warm, dus zweetweer. Vandaag weinig hoogteverschillen, veel asfalt. We stappen lekker door en houden drie keer pauze: de eerste keer bij een doorwaadbare plaats van een beek, de tweede keer in Commanster (veel spa citron en een stuk appeltaart in een oude, 17e-eeuwse boerderij) en de laatste keer op de oude spoorwegberm bij Braunlauf. We zien ook nog een vos door het weiland banjeren; hij loopt op zijn dooie akkertje tot hij ons in de smiezen krijgt, dan sprint hij weg. Om kwart over 4 zijn we al in Schirm en rijden terug naar Vielsalm.

 

Terug naar het begin


Schirm - Peterskirche

 

‘s Morgens staan we om kwart voor 8 op, ontbijten snel en zitten dan om half 9 al in de auto. Eerst broodjes kopen in Trois Ponts en dan door naar Ouren. Het gaat niet bepaald snel: een omleiding in Vielsalm,een toerende Belg (60 km/uur op een tweebaans snelweg) en een “alternatieve” - maar wel erg mooie - route tussen Weiswampach en Ouren.

 

Om kwart voor 10 zijn we eindelijk in Ouren, om even tienen staan we in Schirm. Mijn vriendin smeert haar voeten, ik de broodjes en dan kunnen we op weg. Door bos en wei lopen we in de zon naar Burg Reuland. Onderweg een pauze om kersen te eten en dan gaan we op weg naar het dorp. We worden achtervolgd door vliegen, ik denk dat we nogal ruiken… Onderweg is de route wat onduidelijk, maar daar zijn we na 300 meter fout lopen al achter. Wel 300 meter steil omhoog…

 

In Burg Reuland zijgen we neer op een terras voor 2 glazen fris en een vlaaitje. De bediening is lang-zaam, maar na ruim een half uur kunnen we verder. Meteen buiten het dorp mogen we 100 meter steil omhoog. Niet echt lekker met zo’n slagroomvlaaitje in je maag. Boven even een slok water en dan verder. De vallei van de Federbach is prachtig: mos, varens, wilgenroosjes, een kronkelende beek tussen dennen door. Nadat we de beek gekruist (“gedwarst” in het Vlaams) zijn eten we eerst een broodje en knallen dan de volgende berg op. Na nog een stuk hoog/vlak en een flink stuk naar beneden belanden we in de Ourvallei.

 

Om kwart voor 4 staan we weer bij de Peterskirche van Ouren. Schoenen uit, uitzweten en dan via Weiswampach (goedkoop tanken) terug naar Schirm.

 

Terug naar het begin


Nessonvaux - Banneux

 

’s Morgens om 7 uur op, nog de laatste dingetjes in huis doen en dan om kwart voor 8 op weg. Om half 11 ben ik al in het bedevaartsoord Banneux. Het eerste wat opvalt zijn de winkeltjes met religieuze souvenirs: van rozenkransen tot Mariabidons. Het eerste hotel zit vol, maar 20 meter verderop kan ik wel terecht. Volgens mij is het een heel fout hotel, dus ik besluit er helemaal voor te gaan en neem een kamer met halfpension. Het diner is om 6 uur, want om 7 uur wordt de rozenkrans gebeden: regelmaat in een bedevaartsoord Ik zet mijn weinige overnachtingspullen op mijn kamer en vraag de schoonmaakster of ik ook een handdoek krijg. Ik weet alleen het Franse woord voor “handdoek” niet en dat levert een leuke mimevoorstelling op.

 

Ik vertrek naar Spa, waar ik de auto bij het station zet en dan even de stad in loop om geld te pinnen en mijn lunch te kopen: een blikje, een croissant en een pruimenwafel. Het is 10 over 12 en ik heb nog 40 minuten de tijd, dus ik ga in de schaduw mijn broodjes nuttigen. Er komen steeds meer Noren die allemaal naar Luik gaan voor de wedstrijd Noorwegen – Joegoslavië vanavond. Veel rode shirts, roodverbrande hoofden met Vikingmutsen en vooral heel veel bier, maar ze gedragen zich keurig. Ik praat nog wat met een Noors meisje en dan is het al weer tijd om te vertrekken.

 

Er wordt gewerkt aan het spoor, dus we moeten eerst met de bus naar Theux en vandaar verder met de trein. Die is 10 minuten te laat, maar gelukkig is in Pepinster mijn aansluitende boemel 15 minuten te laat, dus alles komt toch nog goed en zo sta ik om even half 2 in Nessonvaux. Vorige keer begon het hier te storten, nu vallen de mussen dood van het dak (32°C). Daar gaan we weer…

 

Het eerste stuk naar Fraipont loopt over een mooi paadje op hoogte langs de Vesder. Even na Fraipont doet de route wat anders dan er in mijn boekje staat en daar heb ik dus een hekel aan. Gelukkig is de markering wel goed. Halverwege het stijgende pad komt er vanaf de andere kant een oudere wandelaar die mij ziet zweten en opmerkt: “ça monte”. Ja, daar was ik ook al achter. Hij kan wel bevestigen dat ik op de GR5 naar Banneux zit, dus dat is een verdere geruststelling. Een steekvlieg richt nog een bloedbad op mijn kuit aan, ik drink een halve liter en dan loop ik ongeveer op hoogte door naar Banneux.

 

Daar is het bedevaren goed losgebarsten zo op zondagmiddag: veel hele en halve bejaarden worden in complete busladingen aan- en afgevoerd. Ik kijk wat rond, maar het kan me niet echt boeien, dus ik ga maar naar het hotel voor een welverdiende douche. Daarna ga ik op een terras (geen kerk zonder kroeg, geen bedevaartsoord zonder een hele rij kroegen) onder het genot van 2 cola’s mijn dagboek bij zitten werken.

 

Om 6 uur is het etenstijd. Ik beland in een zaal met een buslading Duitse bedevaartsgangers, maar de dame van de bediening wil ergens anders voor mij dekken. Het eten is ouderwets en heerlijk na zo’n warme wandeling. Vooraf vermicellisoep, als hoofdgerecht een soort gehaktschnitzel met saus, friet en sla en toe 2 bolletjes ijs.

 

Na het eten loop ik nog een ommetje en kijk wat rond op het terrein van het bedevaartsoord. Er is een soort ziekenhuis bij, waar bejaarden rolstoelers en bedlegerigen gezamenlijk buiten aan het bidden zijn. Ook is er een geneeskrachtige bron, waar je water kan tappen, vandaar al die bidons. Ik moet zeggen dat dit soort dingen toch wat langs mij heen gaan.

 

 Terug naar het begin


Banneux - Spa

 

’s Morgens na het douchen en inpakken naar beneden voor het ontbijt tezamen met de ongeveer 40 Duitse bedevaartgangers. Het is een no-nonsense ontbijt: grote sneden licht tarwebrood, jam, worst en jus. Drie jus en 2 boterhammen plus een muffin voor de frivole touch later ga ik mijn tanden poetsen en dan op weg.

 

De kerk van BeccoHet is pas 5 over 8, maar je kunt nu al voelen dat het een hele warme dag gaat worden. Gelukkig loopt de route vandaag lekker door: goed aangegeven en verdeeld in 7 niet al te lange stukjes, dus het is lekker afstrepen. Mijn nieuwe hoogtemeterhorloge is leuk, nu zie ik tenminste dat ik stijg en daal. Net voor Becco ga ik letterlijk door een dalletje: van 320 naar 275 en weer terug naar 330 meter. Om half 10 zit ik in het uitgestorven Becco en drink mijn eerste fles leeg. Daarna gaat het naar beneden naar La Reid en dan weer omhoog naar Canada. Ben ik daar deze vakantie ook nog geweest. Bij elven ben ik in Winamplanche, waar de beloofde grutter onvindbaar is, dus dan maar een fles limonade en een appel aan de oever van de Tolifa. In de schaduw is het al 26 graden. Na Winamplanche is het klimmen geblazen: 2 kilometer en het eerste stuk vrijwel zonder schaduw. In Creppe is ook ravitaillering, maar pal voor Creppe buigt de route af naar rechts en ik heb geen zin om om te lopen, dus dan maar door. De tocht gaat door de velden, is vlak en vooral warm, maar gelukkig waait er hier boven op de berg een flink verkoelend briesje. Het laatste stuk naar Spa is prachtig: door een mooi loofbos en langs een –nu grotendeels droogstaand- stroompje met mooie rotspartijen. Ik eet 1½ rozijnenbol en drink mijn derde en laatste fles leeg. Op naar Spa!

 

Dat blijkt korter dan verwacht en zo sta ik om kwart voor 1 met 2 ijskoude blikjes fris in Spa. Nog een ananaswafel en dan op weg naar Rodershausen. De camping ligt mooi aan de Our en er is een enorm apart veld voor tenten waar precies 1 andere tent staat. De eigenaresse is er niet, dus ik zet mijn tent maar alvast op, was mezelf aan de koude kraan, zet mijn hele vieze stinkende kleren in de week en ga dan de omgeving verkennen. Bij Dasburg Pont (de grens met Duitsland) is een tankstation met een grote winkel met allerlei tax free goederen. In Stolzembourg blijkt de enige met deze hitte acceptabele bus naar Rodershausen om 6.56 te gaan. Dat wordt een vroegertje morgen.

 

Terug op de camping is de eigenaresse inmiddels aanwezig. De taxi naar Ouren of Peterskirche lijkt een onmogelijke opgave, dus daar moet ik een alternatief voor bedenken. Een douche en een liter lokale spa groen later zit ik heerlijk bij mijn tentje. De Our kabbelt langs de camping en op de andere oever begint Duitsland. De rust wordt slechts verstoord door de Duitse vrijwillige brandweer die aan de overkant iets onduidelijks staat te blussen en daarvoor de pomp in de Our heeft gehangen. Het is half 9, de was is zo goed als droog en afgezien van pomp en steekvliegen is het hier idyllisch. De pomp blijkt ten behoeve van een brandweeroefening te zijn en de brandweerlieden gaan om een uur of 9 over op gerstenat. Om half 10 schuif ik mijn tent in en om even 10 uur val ik in slaap.

 

Terug naar het begin


Rodershausen - Stolzembourg

 

Als ik om 6 uur wakker word is het, zoals je mag verwachten als je bij een riviertje kampeert, vochtig en 6 graden koud. Ik kleed me aan en vertrek dan om kwart over 6 richting Stolzembourg. De zon komt net boven de heuvels uit, zo af en toe hangt er wat grondmist in het dal en ik lijk alleen op de wereld te zijn. In Stolzembourg zet ik mijn auto bij de bushalte en wacht op de bus die gelukkig te vroeg komt. Voor 40 LUFs word ik de hele “kurzstrecke” weer mee terug genomen. Na Gemünd ben ik de enige passagier en keuvel wat met de chauffeur over de op het nippertje voorkomen staking in de bouw en zijn aanstaande bustocht met bejaarde Hollandse boeren die zich hier in de jaren ’50 (van de vorige eeuw moet je nu zeggen) gevestigd hebben. Om 5 voor 7 sta ik weer bij de camping, drink een blikje ijsthee en eet een oude rozijnenbol en dan kan ik op weg.

 

Ik loop een behoorlijk stuk langs de N10 (de grote weg door het dal van de Our), maar kom op dit tijdstip ongeveer geen auto tegen. Het klimmen zo vroeg op de morgen gaat ook niet slecht en de overal bloeiende bloemen in de berm zorgen voor een kleurrijk geheel. Ik daal weer af naar de N10 en mag dan meteen weer omhoog langs een echt heel erg steil paadje naar een uitzichtpunt waar bomen voor staan. Gelukkig is er wel een bank, dus ik hang mijn blouse te drogen en drink mijn eerste van 4 flessen aanmaaklimonade op.

 

Na 20 minuten ga ik weer verder. En ondertussen loopt de temperatuur maar op… Het pad blijft nu een hele tijd op hoogte en loopt door het jonge groen met zo af en toe bemoste rotsen. Heel mooi! Bij Obereisenbach kom ik langs een heel mooi kapelletje. Net voor Untereisenbach is de route wat veranderd en korter geworden, iets wat me gezien de hitte niet slecht uitkomt. Om 10 uur plof ik op een terras neer en na een Deense krakeling, een flesje water en 2 cola kan ik er weer tegenaan.

 

Dat mag ook wel, want het wordt klimmen geblazen: eerst heel steil met brandnetels, bramen en andere schade aanrichtende gewassen, maar al snel mag ik een asfaltweggetje op en dat klimt ook, maar toch anders. Uiteindelijk ben ik om even over elven op het hoogste punt van vandaag: Wahlhausen, 515 meter. Hierna volgt een heel mooi asfaltweggetje, later zandpad, dat heel langzaam tussen de velden en met behoorlijk wat wind ter verkoeling afdaalt. Ik lig nog een tijdje onder een naaldboom te eten en –vooral- te drinken en dan gaat het verder naar beneden en weer omhoog en dan weer naar beneden zonder dat al dat gestijg en gedaal nou echt iets toegevoegd heeft. Ik vind klimmen en dalen prima, maar dan wil er wel iets (uitzicht, wind, een terras voor mijn part) voor terug hebben.

 

Bij een opgedroogde beek in een donker sparrenbos eet ik een appel en drink fles 3 en de helft van 4 leeg en dan is het nog slechts een kwestie van de laatste loodjes. Weer zo’n nutteloze beklimming, maar de afdaling gaat gelukkig geleidelijker over een asfaltweggetje en zo stap ik bij tweeën Stolzembourg binnen. Eerst maar eens alle deuren van de auto open zetten voor de broodnodige verkoeling en dan naar Vianden om de bustijden op te zoeken. Het kasteel ligt inderdaad heel imposant op de heuvel. Ik doe boodschappen in Hosingen bij een nogal droef makende SB supermarkt en rijd dan terug naar de camping.

 

Eerste prioriteit: douchen! Dan 2 teken weghalen met mijn nieuwe tekentangetje, vervolgens mijn wandelshirt en –broek uitspoelen en ophangen en dan lekker zitten. Er racet een oogverblindend blauw ijsvogeltje langs, de wolken hangen boven Duitsland, het veld is nog steeds op mijn buren na leeg: het is goed zo.. Er hangt een rode wouw te showen op de thermiek en verder gebeurt er niet zo veel.

 

Terug naar het begin


Peterskirche - Tintesmillen

 

Om kwart over 7 word ik wakker van de warmte in de tent. Ik kleed me aan, pak mijn rugzak in en vertrek naar Marnach, waar een hele grote supermarkt is. Alleen jammer dat de broodzaak pas om 9 uur open gaat. Dus met een fles drinkyoghurt ga ik op bakkerjacht. Zou toch geen probleem moeten zijn zou je zo denken, maar hier eet men blijkbaar geen brood of men verstopt zijn bakkers. Pas in Ouren lukt het me een ‘graubrot’ te kopen plus een doosje met verschillende smaken smeerkaas. Op een bankje aan de Our eet ik 2 boterhammen, pak er 3 in en werk ook nog de drinkyoghurt weg. Om kwart over 9 ben ik klaar voor vertrek.

 

GR5 en Luxemburgse markering naast elkaar

Om het helemaal netjes te doen loop ik eerst naar de Peterskirche waar ik vorig jaar met C. opgehouden ben. Via een mooi kerkhofje en een statieweg naar de top van de Rittersprung beland ik uiteindelijk weer bij de auto. Op naar de Luxemburgse grens! Dat is maar een kippeneindje. Onderweg vraag ik nog wat de voetbaluitslagen van EK2000 waren aan een paar Belgische wegwerkers. Om 2 minuten voor 10 op de dag dat het zomer wordt heb ik het hele Belgische traject voltooid. Op naar de Franse grens! In Luxemburg werkt de rood-witte bewegwijzering niet, maar de gele bollen die ik nu moet gaan volgen staan ongeveer op om de andere boom.

 

De tocht naar Tintesmillen blijft steeds dicht langs de Our: het stijgen en dalen beperkt zich vandaag tot een metertje of 15 per keer, een hele verademing na de 200+ van gisteren. Ik loop bijna steeds onder de bomen, soms over hele mooie rotspaadjes. Eén keer mis ik een afslag: het staat onduidelijk in het boekje, maar dat is geen excuus voor de enorme gele bollen die ik gemist heb. Het stond echt heel duidelijk gemarkeerd, maar ik loop vrolijk een kwartier en 65 hoogtemeters door alvorens te bedenken dat ik toch al echt heel lang geen markering meer heb gezien. Net als ik besluit om te keren sta ik opeens oog in oog met een ree. Is al dat extra geloop toch niet voor niets geweest. Nog een mooi rotspaadje naar Kalbermillen (een oud, vervallen gebouw aan de oevers van de Our), dan nog een half uurtje en dan sta ik bij het eindpunt van vandaag: Tintesmillen. Dit blijkt alleen een camping te zijn: uitermate rustig en heel mooi gelegen aan de oever van de rivier.

 

Ik eet mijn brood en een paar abrikozen en praat nog even met een Duitser met een hond die ik onderweg al tegen gekomen was toen hij heen en weer liep naar Ouren. Omdat de etappe Ouren-Dasburg met het openbaar vervoer niet te organiseren was heb ik er maar 2 etappes van gemaakt: Peterskirche-Tintesmillen v.v. en Tintesmillen-Dasburg v.v. Dus nu mag ik het hele eind weer terug, maar het is mooi en redelijk vlak en in 82 minuten excl. pauze ben ik terug in Ouren.

 

’s Avonds ga ik bij mijn buren wat drinken. We praten tot het donker is en tientallen vuurvliegjes een ballet opvoeren. Om 11 uur is het tijd om de tanden te poetsen en ik lig er nog niet in of het begint weer te regenen. Dat heet timing…

 

Terug naar het begin


Stolzembourg - Vianden

 

Ik parkeer de auto in Vianden bij de begraafplaats, trek een jas aan (het weer is drastisch koeler en veel bewolkter dan gisteren)en wacht een kwartiertje bij de bushalte, waarna ik de enige passagier in de bus naar Stolzembourg ben.

 

Daar aangekomen kunnen de jas en de joggingbroek uit en ga ik om 9.30 op weg naar Neklosbierg. Het Letzebourgs is een leuk en begrijpelijk taaltje: ‘bei der kiirch’ is ‘bij de kerk’, ‘op der breck’ is ‘op de brug’ en ‘Neklosbirg’ is ‘Nicolaasberg’. Na een kilometertje loop ik weer een keer monter mis en ook weer even monter terug en dan is het klimmen geblazen alvorens ik om 11 uur bij het spaarbekken sta op 485 meter hoogte komend van 230 meter. Gelukkig is er een café met cola en geen taart. Dan maar chips voor het aanvullen van de zoutvoorraad. Na nog een ommetje voor het eigenlijk spaarbekken (103 treden omhoog, 103 treden omlaag en weinig te zien behalve een grote betonnen bak vol water) gaat het weer verder en vooral naar beneden langs een uitzichtpunt gewijd aan Victor Hugo die hier een aantal keren is geweest, een electriciteitscentrale en dan omhoog naar Kapel Bildchen, inderdaad een kapel met een Mariabeeld. Er staan 2 bankjes in het zonnetje, ik doe mijn shirt uit (weer een dag zonder andere wandelaars gezien te hebben), eet mijn brood en geniet van het uitzicht. Na een paar statiebeelden mag ik weer verder omhoog naar een uitzichthut met een overvolle prullenbak en dan door het bos naar Vianden. Ik loop onder de beroemde zetellift door, dan een flink eind naar beneden en kom dan uit bij de oprijlaan van de imposante burcht. Daar verkopen ze ook nog blikjes fris, wat wil een mens nog meer.

 

Ik daal af door de stad, koop en passant broodjes voor morgen en loop dan met een appelflap langs de Our terug naar mijn auto waar ik om half 2 aankom. Ik rijd naar Gilsdorf om te kijken waar en wanneer de bus vertrekt (8.51, 9.51 en 10.50) en ga dan via Diekirch en de snelweg naar Marnach voor de boodschappen. Ik haal ook nog 2 teken weg, het is hier wel een tekenparadijs.

 

Terug naar het begin


Tintesmillen - Dasburg brug

 

’s Morgens rijd ik over uitgestorven weggetjes door Duitsland naar Tintesmillen. Ik vertrek met T-shirt, blouse en joggingbroek aan, maar na een half uurtje blijkt dat toch wat al te pessimistisch en ga ik na een korte stop in korte broek en T-shirt verder. Net als eergisteren loop ik de hele tijd langs de Our, door loof- en sparrenbossen en via een aantal stroompjes. De hoogteverschillen zijn niet groot, zelfs niet naar en van het uitzichtpunt waar ik met uitzicht op gebladerte en onder het genot van een heel contingent vliegen mijn eerste fles soldaat maak. De enige echte bult zit pal voor Dasburg: 80 meter omhoog en meteen daarna weer idem naar beneden. Bij Dasburg zou ik omkeren en dan meteen weer die puist over, maar ik stel dat even uit met een blikje cola op een stoeprandje.

 

Vervolgens loop ik terug om de auto op te halen. Na 3 kwartier stop ik voor de lunch (lekkere broodjes met smeerkaas) en –vooral- om te weten hoe mijn boek afloopt. Als ik dat weet loop ik verder terug. Onderweg zie ik nog 3 herten: een moeder met 2 jongen die in etappes wegrennen.

 

Om kwart over 2 ben ik weer bij de auto. De hele route is het zo’n 17 graden geweest, een heel verschil met de 28 van 3 dagen geleden. Terug naar de camping, douchen en dan ga ik bij mijn tent kersen eten en mijn dagboek bijwerken. Hond Benno die zo af en toe over de camping schuimt blijkt aan de –Duitse- overkant van de rivier te wonen. Zo af en toe steekt hij bij de doorwaadbare plaats over en kijkt wat op de camping rond. Hij is blijkbaar stout geweest, want hij ligt zielig piepend, jankend en blaffend aan de ketting.

 

Bij zessen ga ik naar de bistro in het dorp. Het is een echt dorpscafé, waar iedereen tussen werk en avondeten even een pintje komt pakken. Het eten (lamskoteletten met friet en veel sla) is uitstekend en veel en mijn boek is heel goed, dus ik breng een uurtje door met observeren, eten en lezen.

 

Terug naar het begin


Dasburg brug - Rodershausen

 

Vandaag heb ik een “vrije dag”, alleen even op en neer van de camping naar Dasburg lopen om de route echt dicht te lopen. Ik loop even naar Dasburg, koop een ijsje en een paar kaarten en loop dan weer terug. Afgezien van een hele grote slak en een aanhalig paard niets bijzonders gezien.

 

Terug naar het begin


Vianden - Gilsdorf

 

In de kou en de somberte pak ik mijn spullen in. Dan zwaai ik naar mevrouw Peeters en rijd naar Gilsdorf. Om kwart voor 9 sta ik bij de bushalte. Er zitten dit keer zowaar nog andere passagiers in de bus.

 

Klaprozen in de bermNa een kwartiertje sta ik bij het busstation van Vianden en dat is een dikke kilometer en meer dan 150 meter stijgen van het begin van de route. Gelukkig gaat het stijgen steeds gemakkelijker en halverwege is de bakkerij open voor een pain au chocolat. Dan kan ik om half 10 echt op weg. Het loopt lekker door vandaag: niet te warm, weinig smalle rotspaadjes en maar een paar klimmetjes. De eerste stop is aan de rand van een bonenveld in het zonnetje. Dus lange broek en trui uit en dan omhoog en weer omlaag naar Longsdorf. Daarna moet ik over een flinke heuvel heen. Net voor de klim vallen er wat druppels dus onder een afdak met een picknickbank eet ik een appeltje en ga dan weer verder. De klim valt me ontzettend mee, alles went blijkbaar. Boven volgt een mooi stuk door het bos. Het begint te regenen, maar het bladerdak houdt de nattigheid tegen. Ik kom voor het eerst sinds een paar dagen andere wandelaars tegen: 5 maar liefst!

 

Bij een hele mooie oude steengroeve trek ik mijn regenpak aan en eet in de drup 2 broodjes smeerkaas. Dan gaat het weer verder richting Gilsdorf, regenpak uit en pal voor Gilsdorf de regenjas weer aan, want het houdt op met zachtjes regenen. Ik ben om half 2 terug bij de auto en dat is precies op tijd, want het begint me toch te hozen!

 

De 227 kilometer van het Ardennen traject zitten erop. Een heel mooi stuk, vooral de Hoge Venen en het stuk langs de Our. Twee heerlijke campings in Stavelot en Rodershausen. Op naar de Franse grens!

 

Terug naar het begin

Door naar het vervolg

 

Voor reacties (anti-spam: verwijder XX uit adres)

Terug naar de homepage