René van Doorn, 29-12-2017
Op één van die vele grijs-grauwe decemberdagen liep ik met onze twee honden deze kleine wandelroute door de Groote Peel. Een eerste kennismaking, want dit immense natuurgebied op de grens tussen Limburg en Noord-Brabant had zich tot die dag steeds verscholen in mijn blinde vlek. Als ik mij tevoren wat inlees presenteert het nationaal park De Groote Peel zich als een zeer vogelrijk gebied vol veenmoerassen, plassen, heidevelden, grasvlakten, plukjes bos en zandruggetjes, waar vooral weidsheid en rust heersen. Maar ook als een gebied waar de zich tot aan de horizon uitstrekkende woeste vlakten een gevoel van verlatenheid kunnen oproepen. Daar laat ik mij niet echt door afschrikken, maar het is wel waar! Het sombere, grijze weer van die dag - het lijkt of het ieder moment kan gaan regenen, maar het blijft gelukkig droog - en het gegeven dat ik in het natuurgebied welgeteld drie driftig fotograferende en/of vogelarende mede-wandelaars tegenkom versterken dat gevoel nog eens. Tijdens het 'aanvliegen' valt op dat dit desolate, ooit door turfstekers afgegraven hoogveengebied een groot 'eiland' vormt in een landbouwgebied. Aan de randen van dat eiland zijn, zo ervaren we later, dunne bomensingels aangelegd. Vanuit het lintdorpje Ospeldijk loopt de route eerst over een wat hoger gelegen, beboste zandrug, waar een fikse kudde shetland-pony's zou moeten bivakkeren. Maar blijkbaar zijn de dames en heren die dag elders aan het werk; ik kan me toch niet goed voorstellen dat ze op de vlucht zijn geslagen voor twee aangelijnde wandelgekke en snuffelzieke labrador retreivers. Na deze ouverture kan het echte werk beginnen: we duiken de grote 'woesternij' in met zijn grote open gebieden met hei en pijpenstrootjes, met zijn struwelen en berkenbosjes en met zijn kleine en grote waterplassen. Er loopt zo te zien een zeer beperkt aantal goed begaanbare paden door het gebied, die deels over lange knuppelbruggen lopen, waarvan het loopvlak bestaat uit dunne boomstammetjes. Geen overbodige luxe in dit veelal moerassig terrein; niet voor niets hangen er hier en daar 'zwembadhengels'. Deze trajecten zijn absoluut de krenten in de pap, naast de fenomenale vergezichten. Honden zijn aangelijnd overal welkom in dit paradijs voor de rustzoekende wandelaar. In groot contrast met deze rust en stilte staat de gezellige drukte in het aan de rand van het natuurgebied gelegen bezoekerscentrum. Wat mij doet vermoeden dat men hier voor de koffie komt; tijdens de wandeling kom je deze koffieleuten immers niet tegen en per auto kom je het gebied niet in, aangezien er geen enkele weg doorheen loopt. De routebeschrijving loodst de wandelaar keurig door het Limburgse deel van dit desolate maar schitterende gebied en het omringende boerenland. Een interessante kennismaking, waarbij je in drie uurtjes toch nog maar een klein taartpuntje Peel krijgt voorgeschoteld. Dat smaakt naar meer, maar dan graag met wat beter weer!