Henk, 16-11-2018
Vandaag 15-11-2018 de Groene wissel 333, Ossenzijl gelopen. Sinds 2000 is 'De Weerribben' zoals dit gebied heet aangewezen als wereld erfgoed. Net als Ossenzijl en Kalenberg valt ook het natuurgebied onder de gemeente Steenwijkerwold. Vandaag zouden er veel zonuren zijn. De route lag deze morgen echter onder een lichte neveldeken. Dit had wel iets en de factor droog was daarom belangrijker. Het rustige weer zorgt er voor dat er voldoende kleur in het landschap is, doordat de bomen nog ruim in het blad zitten. Het gebied is ontstaan door de winning van turf uit dit grote laagveengebied. In het landschap werden sleuven gegraven zgn. petgaten en de gewonnen turf werd op de tussenliggende stroken grond te drogen gelegd de zgn. legakkers. Door het dichtgroeien van deze petgaten ontwikkelde dit gebied zich naderhand als een belangrijke leverancier van riet dat veelal als dakbedekking wordt gebruikt. Vanaf Ossenzijl loop je 5 km langs de Kalenbergergracht. In dit jaargetijde en op een doordeweekse dag is het prettig lopen. Er is geen fiets te bekennen, maar dat zal in de zomer wel drukker zijn. Het pad wordt vaak onderbroken door bruggetjes die bijna bij ieder huis dat van een privéwatertje voorziet met bijbehorende boot. De bewoners zijn voor het vervoer aangewezen op hun fiets of een boot. Een auto bij huis gaat niet, dus dat is een voordeel voor de wandelaar. Voor de hoognodige boodschappen is er zelfs een kleine buurtsuper aan het fietspad gelegen. Aan de overzijde van het water zie je hele kale gemillimeterde stroken liggen, hier is het riet al geoogst. Verder verruigde stukken bos en rietvelden, die mogelijk niet zo geschikt zijn om te gebruiken. Veel van de huizen naast het fietspad hebben ook riet als dakbedekking. Was het vroeger de goedkoopste en genoeg voorhanden dakbedekking, nu is het wel een zekere luxe. Je ziet het aan sommige huizen, dat er op het onderhoud van het riet bezuinigd wordt. Het is en blijft een natuurproduct dat aan allerlei weersomstandigheden wordt blootgesteld. Vooral wanneer er vlak bij het huis een grote boom staat, zal er mos-vorming ontstaan en dit houdt veel vocht vast, het riet gaat verteren en er komt nog meer mos, insecten nestelen zich hierin, vogels weten hier ook van te profiteren, voedsel en nestmateriaal. Er viel mij een huisje op die een dik kussenpakket van mos op het rieten dak had. Halverwege Ossenzijl en Kalenberg staat een es van 125 jaar bij een schuur, die als schuur van Fedde bekend staat. Bij deze schuur heeft ooit een woonhuis gestaan. Als 12 jarige jongen haalde deze met zijn roeibootje een jonge es uit Ossenzijl en plantte deze bij de boerderij van zijn ouders. Staatsbosbeheer doet er alles aan om deze boom te bewaren, want er zit een schimmel in. Bij de brug van Kalenberg staat een bronzen beeld van een rietwerker, die een bakje koffie drinkt na het zware werk in de rietlanden. Aan de andere kant viel me het gebouw 't Lokaal op door zijn gotische ramen. Het blijkt inderdaad een kerkje geweest te zijn. Gebouwd in 1881 werden er tot 2004 kerkdiensten gehouden. De kerk was alleen per boot of een smal schelpenpad bereikbaar. Vanaf 2005 wordt het gebruikt als horeca- en expositieruimte. Het pad door het broekbos gaat door een mooie omgeving. Naast de vele eikenbomen, elzen en lijsterbes, is er veel ondergroei van varens en braamstruiken. De berkenbomen flankeren het pad als afscheiding. De wandeling daarna over gras-schelpenpaden afgewisseld met vlonderpaden is prima te belopen. Uit voorzorg had ik toch noch gamaschen meegenomen. Daarmee houd je toch de broekspijpen en daarmee je voeten droog. De Zompieszoekpaden zijn prachtige slingerpaden dwars door de natuur, waar het echt stil is omdat je ver bent van drukke wegen en woongebieden. De vlonderpaden zijn voorzien van gaas, zodat je ook bij nattigheid grip blijft houden. Uiteindelijk kom je bij een Spinnekopmolen uit, een 'Tjasker' die hier het water reguleert tussen de verschillende rietvelden. Na een laatste stuk langs de vaart zien we de klapbrug naar Ossenzijl, die we overgaan. Vlak voor het einde van de wandeling ontdek ik een weiland met waterbuffels. Deze dieren worden op een duurzame en natuurlijke wijze gehouden. Ze zijn wat gemoedelijker van karakter en beter benaderbaar dan onze doorsnee koeien. Ze krijgen geen antibiotica en worden voornamelijk om het vlees en melkproducten gehouden. Hun vlees is magerder, malser en zachter dan van een gewone koe en bovendien bevat het meer mineralen en minder cholesterol. Een bijzondere route op een stille nevelige herfstdag in een landschap van uitgestrekte waterrijke rietvelden.