Henk, 23-09-2019
Zondag 22-09-2019 heb ik de GW-346 = Schoonloo gelopen. Na een 4 tal bussen en 2 uur reizen kom ik op deze zonnige volgens de kalender 2e herfstdag aan. Qua temperatuur en zoals de natuur er op dit moment uit ziet doet het nog zomers aan. Bij de entree van Schoonloo passeer je een opmerkelijk kunstobject. Een vrij robuuste platte zwerfsteen is kleurrijk beschilderd en refereert aan de jaarlijks terugkerend TT -evenement in Assen De ene zijde stelt een octopus voor, dit heeft betrekking op de gigantische organisatie van het voorbereiden en het in goede banen leiden van alles. De andere zijde heeft als motto een eindeloze ketting en heeft als achterliggende gedachte, de steeds hogere snelheden en perfectionering van de machines, maar ook het risico dat daar mee gepaard gaat. In de school-straat kom ik op deze rustige zondagmorgen een hele groep wandelaars tegen die het Pieterpad lopen. Direct hierna loop je de Schoonlooƫr Strubben in. Daar heeft men in dit voornamelijk Loofbomenbos deze morgen een mountainbikeroute uitgezet. Over de smalle paadjes van ons traject is dit wel es link, want je hoort ze niet aankomen en je hoopt bijtijds aan de kant te gaan. Het scheelt dat de bikers kleurig gekleed zijn en het bos niet heel erg massief is. Na het bosgebiedje loop je even later langs akkers waar de mais is geoogst en je een weids uitzicht hebt. Na passage van stacaravanpark 'detienheugten' en drukke weg loop je de Boswachterij Schoonloo in. Daarna is het goed opletten , veel rechte grassige- en zanderige boswegen, afgewisseld met smalle struinpaadjes die dit traject afwisselend maakt. Ik vind het een prestatie om in zo'n omgeving met soms erg ingewikkelde 5 sprongen de wandelaar middels de beschrijving door dit gebied te loodsen. Dat is gelukt dus met goed lezen en goed opletten kom je een heel eind. Om de omgevallen bomen die men hier veelvuldig laat liggen zijn kleine paadjes ontstaan en met een omtrekkend beweging kun je de goede richting vervolgen. De zwerfkeien die de bospercelen van een nummer voorzien kunnen een goede steun- en locatiepositie zijn, maar dan moeten ze wel duidelijk zijn en niet vervaagd door weer en wind en soms met mos begroeid. Het vervolg van de bossen is een gemengd loof- en naaldbos, waar ook geselecteerd houtkap plaatsvind. Daarna loop je en flink stuk langs een vergraste heide De kleur is nu veranderd van paars naar echt bruin. In de daaropvolgende doorsteek van dit terrein dat omheind is kun je aan de koeienvlaaien op het pad er vanuit gaan dat hier runderen grazen. Zien doe ik ze niet, maar op een zeker moment hoor ik in de verte langgerekt klagelijk loeien. Ik weet 3 redenen waarom ze zo langgerekt loeien. Onze grootouder hadden een boerderij met een kleine veestapel waardoor ze bijna met hun dieren konden communiceren. De koeien verwachten slecht weer, de koeien waren tochtig of ze hadden dorst. Op ons traject struin ik nog even op en neer naar een ven. Het ziet eruit alsof er een geteerd plein in de heide ligt. Aan de oevers ervan staan de afdrukken van koeienpoten. Bij een volgend ven krijg ik door dat wat ik zie, niet zoals ik eerst dacht een laag bladeren op het water is, maar ik kijk naar de zwarte veenbodem van het ven en er zit dus geen water meer in. Dus mogelijk is het loeien een gevolg van reden 3. Het laatste gebiedje dat we doorkruisen is van een prachtige schoonheid. Een golvend heideterrein met grote jeneverbes struiken is een mooi sluitstuk van deze bosrijke wandeling.