Henk Jsz ES, 04-04-2022
Vorige week verbleven wij op bungalowpark Heihaas en besloten we op 28 maart 2022 de Groene Wissel nr. 299 = Garderen te lopen. De afgelopen dagen waren zonovergoten maar op deze ochtend is de wereld in nevelen gehuld en is de temperatuur fris te noemen. Na een half uur met de bus stappen we uit in de Bakkerstraat in Garderen, ons start/eind punt. De tegenover ons liggende kerk met toren is door de nevel nog robuuster van vorm. De kerk is als zovele kerken een opvolger van een houten voorganger en dateert uit 1859. Vanaf 2004 is de kerk in gebruik door de Hersteld Hervormde kerk en vanaf 2007 door de Hervormde kerk nu vallende onder de PKN. De middeleeuwse voorganger van deze kerk was gewijd aan St. Gangulphus. De kerk is Gemeentelijk monument, de robuuste toren is van het jaar 1400 en is een Rijksmonument. De toren heeft tot de 18e eeuw geen spits gehad maar een plat dak waarop vuren werden gestookt om te dienen als baken voor de schepen op de Zuiderzee, een echte VUURTOREN dus. Het monument voor de kerk is ter nagedachtenis aan Jan Gerritsz Versteghe die van 1544 tot 1549 kapelaan was van Garderen. Hij is het niet eens met onderdelen van het heersende katholieke geloof en zijn preken worden graag gehoord door de plaatselijke bevolking. Door de paus werd een soort kerkelijke rechtbank opgericht die er voor moest zorgen dat predikers die dergelijke hervormingen of reformatie predikten werden opgepakt. Deze zogenaamde inquisitie, velen eindigden op de brandstapel als ketters, zorgde ervoor dat de kapelaan opgepakt werd en 3 dagen verhoord werd. Hij werd gedwongen zijn opvattingen te herroepen. Al zijn eigendommen werden in beslag genomen en voor de rest van zijn leven werd hij gevangen gezet. Na 3 jaar werd deze straf omgezet tot een verplichte godsdienststudie in Leuven. Hij ontvluchtte dit echter en vestigde zich in Duitsland waar hij een boek schreef 'Der Leken Wechwyser' waarin hij bezwaar maakte tegen de meningen van de katholieke kerk onder de schuilnaam 'Joannes Anastasius Veluanus', uit het latijn vertaald betekent dit 'Jan, de verrezen Veluwenaar'. Na de historie van Garderen in een notendop lopen we via de dorpskern over smalle landweggetjes langs voormalige maisvelden naar Het Speulder- en Sprielderbos. Eerst passeren we nog een gedateerd bungalow- en chaletparkje. Daarna klimmen we gelijkmatig het gebied van 'De Duinen' in. Een stuwwal ontstaan in de laatste ijstijd en waar door het smeltende ijs, diepe geulen zijn ingesleten. Grind en leem werden in de dalen afgezet. Door de grillige gevormde bomen wordt dit bos ook wel 'Het bos van de dansende bomen' genoemd. Klimmend en dalend lopen we daarna verder over de kruinen van de duinen. Op eens worden we geconfronteerd met een ontmoeting met een bruine beer, die zou hier uitstekend passen. Het is een loslopende Newfoundlander die door zijn vacht en indrukwekkende grootte grote gelijkenis heeft met een bruine beer. De gemengde beuken-berken en eikenbomen leveren veel dood hout wat weer veel dierenleven aantrekt, ook is er veel mos- en paddenstoelen groei. De route door dit gebied vinden we niet zo gemakkelijk zonder houvast van bijvoorbeeld herkenningstekens, maar gelukkig dalen we op het juiste moment af naar de brede bosweg en worden ook de bospercelen met hun genummerde paaltjes ontdekt. Het 'Solse gat' is een pingoruïne uit de ijstijd, dat later is vergroot door leemwinning tot een langwerpige kuil, die vol water staat. Een uitstekende plek om een lunchpauze te houden. Nu breekt de zon ook door en verdwijnt de neveligheid van vanmorgen. Bij het bosperceel 111 en 112 ligt 112 afgezaagd naast de paal die wel in de grond staat. Met vereende krachten hebben we deze met het nummer zichtbaar op de hoek van het juiste bosperceel gezet. In het bos wordt regelmatig nieuwe aanplant van bomen afgeschermd door omheiningen om vraat te voorkomen. Na het bosgebied lopen we over enkele landwegen en door bosstroken naar de Hoge Boeschoterweg en naderen het dorp Garderen. Wandelgroet uit Appingedam, Henk