René van Doorn, 19-11-2015
De groene wissel door de stad van patroonheilige Jacobus de Meerdere, die ik gisteren met onze twee honden liep, begint veelbelovend. Al heel snel wandel je door een lange, smalle begraafplaats met zeer oude graven en bemoste zerken. Een smal wandelpaadje leidt je door dit curieuze en ietwat vervallen 'boerenkerkhof'. De toegang is momenteel in verband met wegwerkzaamheden afgesloten maar even verderop staat niet onneembaar hekwerk. Niet veel later wandel je de uit de as van de vuurwerkramp van 2000 herrezen wijk Roombeek binnen. Met zeer diverse en hier en daar architectonisch spannende nieuwbouw. Niet afgebroken oude fabriekscomplexen zijn/worden zo te zien geschikt gemaakt voor wonen, werken en cultuur. Je passeert de door de ontploffing ontstane krater en een monument voor de slachtoffers. Aan het eind van de lange en brede 'Roombeek Boulevard' (officieel: Lonnekerspoorlaan) verschijnt een kleine groene oase, een heerlijk, piepklein, aan de Voortmanlaan gelegen stadsbos. Maar dan wordt het afzien: met lange tanden moeten we wat kilometers wegwerken door 'rustige woonwijken', die maar niet echt kunnen boeien. Op de Viermarkenweg in de zoom van de stad komt de groene hoofdmaaltijd van de wandelroute in zicht: een mooi traject door meerdere stadsparken, die in de gouden jaren van de Twentse textielindustrie tot stand kwamen op initiatief en kosten van enige welgestelde (en tevens naamgevende) textielbaronnen. Het Ledeboerpark: ruig, bosachtig, waterrijk en met een wiebelige hangbrug over de (in wijk en park steeds zichtbaar aanwezige) Roombeek. De combinatie Van Lochemsbleekpark/Van Heekpark is wat opener en intiemer met kleine paden, hagen en vijvers. Jammer is dat in alle parken honden aangelijnd dienen te zijn. Het charmant gelegen Paviljoen Wattez doet er nog een schepje bovenop en geeft duidelijk aan dat honden binnen niet welkom zijn. En het terras vormt geen alternatief, want het redelijk zonnige, half bewolkte weer van eerder die dag heeft intussen plaatsgemaakt voor bewolkt, somber weer met regendreiging. Niet dat onze honden dat (lang)aangelijnd zijn tijdens een stadswissel nou zo heel vervelend vinden, integendeel: iedere stad heeft zo zijn eigen spannende luchtjes en in een stad (meer dan in het bos) valt altijd wel wat te snaaien. Het blijven per slot labradors! Het sluitstuk van deze stevige stadswissel is een korte slinger door de binnenstad. Geen echt oud en historisch centrum, hoewel het strakke, sober ogende stadhuis, de middeleeuwse Grote Kerk aan de Oude Markt en de uitzonderlijk, bijna Byzantijns vormgegeven kerk van patroonheilige Jacobus nog zo hun best doen. Alles bij elkaar een leuke kennismaking!