Rondom Zuid-Limburg (03)

Tijdens de eerste nacht van deze tocht sliep ik op zolder. De tweede nacht slaap ik in de kelder. Zo’n Duitse kelder die de hele begane grond draagt. Allerlei ruimtes en ik heb het rijk alleen. De ochtend beginnen met een koude douche. Dan voorzichtig opruimen en mijn rugzak inpakken. Daarna kan ik een keuze maken uit de ontbijtspullen die in de kastjes en de koelkast staan. De heer des huizes zet nog een doos met vers brood en een warm ei om de hoek van de deur. Er is voldoende. Opruimen. Tas om de schouders. Buitenom de trap op, afscheid nemen van de gastheer en ik wandel door het rustige Gangelt.

Bij Haus Hamacher, bij het zwembad, heb ik mijn ontmoeting met de route. Nu begint het op ernstige wijze. Ik loop langs de Roode Beek oftewel de Rodebach. Er stroomt zowaar water in de beek. Ter hoogte van Mindergangelt gaat de route naar het zuiden en dan ben ik alras in Nederland. Niet voor lang want in de andere hoek van Mindergangelt ben ik terug op Duitse bodem. Ik ga een provinciale weg onderdoor en dan kom ik bij Etzenrather Mühle, waar op andere tijden gegeten en gedronken wordt. Nu is het stil, zelfs ik. De beek stroomt verder en ik wandel verder. Ondanks een tekstuele waarschuwing kies ik voor het verkeerde pad, maar uiteindelijk kom ik goed uit. Ik ben terug in Nederland. Het pad gaat door bosgebied, waardoor er nog enige koelte is.

Gewijd aan de Spiritus Sanctus.

De bebouwing van Süsterseel vormt een verbindende schakel tussen twee bosgebieden. In de dorpen valt het mij op hoe weining bomen er op gemeentelijk grond staan. Een enkele boom staat in een tuin. De straten worden zo hittetunnels. Ik probeer van schaduw naar schaduw verder te gaan. Het is warm en het wordt steeds warmer. Ik kom af en toe fietsers tegen. Op goed geluk groet ik de ene keer in het Duits, een andere keer in het Nederlands. De streektaal beheers ik niet. Langs grote vijvers (visvijvers) ga ik naar het noorden, steek de B56n over. Even ver ben ik aan de zuidkant van Höngen tegenkom. Een kapel is gewijd aan de Heilige Geest, een boer sproeit water, hitte blaast door de straat. Ik ga verder naar de noordkant van het dorp. Op een pleintje zie ik een uitgestorven terras. Andere tekenen van horeca maken ook een verlaten indruk. Buiten het dorp staat een Mariakapel, terwijl ik daar naar toe loop zie ik man met ontbloot bovenlijf boven op een bouwproject staan. In de brandende zon. Ik zoek nog wat meer schaduw op. De bankjes bij de kapel staat beiden in de zon. Aan de schaduwzijde ga ik met mijn rug tegen de koele muur zitten. Ik neem mijn tijd.

Het meest westerlijke punt van Duitsland

Af en toe vergezelt een beek mij wanneer ik verder ga. Ik kom langs de zuidkant van Havert en loop nog steeds langs de beek die van geen wijken weet. Over enkele landwegen in de brandende zon (geen bomen langs de landwegen) kom ik in Isenbruch, het meest westelijke dorp van Duitsland. Naast dit herbergt het dorp twee kapellen. Buiten het dorp is weer een verhitte landweg. Een wandelaar van mannelijke kunne komt mij tegemoet. Hij loopt het Pieterpad en is op weg naar Sittard. Kort na hem nog een wandelaar, ditmaal van vrouwelijke kunnen. Na een bocht komen komen twee wandelaars aan, bepakt en bezakt. Ik mag hier iets meemaken van de drukte van het Pieterpad.

Ik ga door en kom weer eens in Nederland. De eerste bank die ik zie is onbezet, in de schaduw en op tijd voor mij. Ik neem de tijd. Er komen meer wandelaars langs. Ik raak aan de praat met een jonge vrouw die in één keer de hele route van het Pieterpad loopt. Zij heeft een tent bij zich. Soms zet zij de tent op op een camping, soms in het wild, maar meestal in de tuin van particulieren. Gisteren is zij haar slaapmatje verloren, maar op het tentadres kon zij een matje van de particulieren gebruiken. Hoever zij vandaag gaat weet zij niet. De eerste dagen liep zij ongeveer 20 km per dag. Nu zit zij op 30 km per dag. We wensen elkaar een goede wandeling toe. Even later stopt een jongeman op de fiets. Hij biedt mij water aan. Altijd welkom. Bij fietst een deel van het Pieterpad van zuid naar noord. Hij is dichtbij de camping in Pey en hij heeft al dit water niet meer nodig. Hij fietst met de zon in de rug.

Tijd voor mij om op te staan en het laatste gedeelte van deze etappe af te leggen. Het wordt steeds warmer. Bij het station van Susteren stop ik de registratie van mijn wandeling. Bij een Eetcafé op de hoek bij het Marktplein eet ik een frisse Salade Brie. Vanaf hier zijn het nog drie warme kilometers (inclusief een verkoeling bij Plus) naar mijn logeeradres. Het zweet staat op mijn gezicht. Mijn gastvrouw zegt: U bent een held. In dit weer. Ik zie uit naar een koude heldendouche.

Om zes uur slaag ik erin om een overnachting voor morgen te regelen. Geen Vrienden op de Fiets, maar een prijzige B&B. In die streek is alles dicht, vol, opgeheven, onbereikbaar en wat dies meer zij.

Een wandeling rondom Zuid-Limburg (03) : Schinveld – Susteren – 27 kilometer

Deze wandeling staat in :
Alex Buis
Een wandeling rondom Zuid-Limburg
Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 2017
Deze wandelgids bestellen kan hier.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.