Trage Tocht Landgoed Gerven

Op dit kruispunt van wegen en fietspaden zoek ik naar een gunstige plek om mijn fiets te parkeren en vast te maken aan de wereld. Ik ga rondkijkend de onverharde weg op die naar Stal Lozeman leidt. Dan keer ik om en bij een paardenweitje en een picknickbank leg ik mijn fiets aan de ketting. Een amazone heeft zojuist één paard naar deze wei gebracht. Het beest graast in alle rust en houdt mij in de gaten. Ik ga er van uit dat hij niet zal knibbelen aan mijn zadel of de handgrepen aan mijn stuur. In dit vertrouwen ga ik op pad.
Op de kaart heb ik al gezien dat het gebied waar ik vandaag ga wandelen afwisselend is. Bosgedeelten. Heide. Boerderijen. Akkers. Woningen. Vaker heb ik in deze omgeving gewandeld. Er gaan Klompenpaden in dit gebied. Soms ging ik met een zelfgeknutselde route op pad.

Hooiberg bij boerderij ’t Rensselaer

Ik ben in Deuverden en sta op de grens van gemeente Nijkerk en gemeente Putten. Het zijn geen aartsrivalen. Ik kan hier zonder vrees staan en aan mijn wandeling beginnen. De Donkeresteeg ligt voor mij en de Stal Lozeman aan mijn rechterhand. Na een paar boerderijen sla ik af en ga de Veldhuizerweg op en passeer nog een boerderij voordat ik een bosgebied inga. Hier loop ik in het gezelschap van de Kruishaarsche Heide en Landgoed Hell, waar sporen liggen van voorouders van Wandellief. Over de Beulekampersteeg, die rechtsaf naar Nijkerk gaat, ga ik linksaf en dan sla ik de onverharde weg naar boerderij ’t Rensselaer in. Deze boerderij hoort bij landgoed Hell, vermoed ik, want aan het begin van de lange oprit staat een bordje van het landgoed. Bij de boerderij tref ik een oude hooiberg, maar misschien is het wel een vrij nieuwe hooiberg in retro-look. Een modderfietser die uit het groen komt, groet mij. Er is geen pad zo smal of zo modderig of er is wel een bandenspoor te zien. Het lijken wel wandelaars. Ik loop het paadje af tot ik bij een weiland kom. Wanneer ik rechtdoor zou lopen, zou ik bij Groot Hell uitkomen. Ik ga echter naar rechts op weg naar Groot Boeyen. In deze omgeving wordt groot gedacht. Eerst over een smalle groenstrook, een hek over en dan deel ik het pad met koeien. De dames laten zich nu niet zien, maar het is wel duidelijk dat zij hier hebben gelopen, gedanst en gehuppeld. De modder (met enkele exotische elementen) ligt dik op het pad. Ik probeer zo veel mogelijk aan de uiterste rechterkant van de wandelweg te blijven. Daar is nog enig gras zichtbaar. Dan komt er een modderpad van rechts zich voegen bij de hoofdstroom. Voorzichtig zet ik mijn linkervoet (inclusief schoen) in de modder. Mijn voet en schoen zakken net iets te ver weg en ik weet niet hoe ver de afstand is naar vaste grond. Ik kies ervoor om naar de linkerzijde van het pad te gaan. Daar vind ik vaste grond onder mijn voeten. Inmiddels staan een paar jongedames mij aan te kijken, met de prettige rugdekking van een open staldeur. Ik steek het erf van Groot Boeyen over. Buiten het erf van het melkveebedrijf mag er sneller dan 30 kilometer per uur worden gereden. Ik pas mijn snelheid aan. Ook op de Bussenweg wandel ik verder met gepaste snelheid.

Obstakel op het Klompenpad.

Voordat ik bij boerderij Klein Boeyen kom ga ik op een Klompenpad lopen dat mij door de landerijen stuurt. In de grond geslagen palen blokkeren de weg voor modderfietsers, maar er is aan weerszijden ruimte genoeg voor een fietser die de betekenis van de palen niet wil toelaten tot zijn bestaan. Ik loop door tot de Blarinckhorsterweg die ik even volg om daar weer de binnenlanden in te gaan. Het is hier een rustig gebied, zoals het al het hele traject rustig is. Alleen op de verharde wegen tref ik enkele medewereldbewoners. Op een enkele plek wordt er gewerkt in het bos, te horen aan de geluiden. Ook op de boerenerven die ik passeer is het rustig. Alleen spandoeken wijzen mij er op dat de wereld op zijn einde loopt wanneer de boer er niet meer is. Allerlei rampen zullen ons treffen. Het lijkt er nu al op dat er geen boer meer is te zien. Of bekijkt hij binnen achter zijn computerscherm de melkstanden van vanochtend?

Ik bereik de Huddingweg ter hoogte van De Keut. Op het erf staat vlakbij de oude boerderij nog een andere versie van De Keut: Romanti Keut. Een dergelijke naam roept bij mij allerlei vragen op. Is dit de afdeling Romantiek van De Keut? Is dit de huwelijkssuite van de fourageerder en fourageerderin? Het platteland roept vragen op. Ik krijg echter geen antwoorden. Dan ga ik maar verder. De lange Gervenseweg wacht op mij. Wanneer ik de Hevelschutterweg bereikt stapt net een vrouw naar buiten bij Pedicure Petra. Zij kan weer op fatsoenlijke wijze uit de voeten. Ter hoogte van een kerstbomenverkoper (van ma. tot en met za.) ga ik weer het groen in om er op de Veldhoefweg uit te komen. Ik weet niet of ik onderweg het Egelgat heb gezien. Twee kilometer lang blijf ik op de Veldhoefweg. Onderweg is er van alles te zien, maar het meeste ben ik al weer vergeten. Wat ik niet vergeten ben is dat ik afsla en de Schoenlapperweg op ga. Dan de Achterridderweg op. De straatnamen prikkelen wel mijn fantasie. Schoenlapper kan ik wel thuisbrengen. Een schoenmaker heeft hier temidden van de klompen zijn werk gedaan. Maar wat is een achterridder? Een ridder die niet op zijn paard zit, maar er achter loopt? In het kader van Middeleeuwse diervriendelijkheid? Wat heeft zich hier allemaal afgespeeld? Beulekampersteeg roept ook vragen op. Woonden hier beulen? Ik steek even de grens tussen Nijkerk en Putten over, maar al snel ben ik terug in het Puttense. Hier kom ik door een mooi gedeelte van de Kruishaarsche Heide. Hier zijn zelfs kwetsbare natuurgebieden, zo meldt een bordje van Natuurmonumenten mij. Ik blijf netjes op mijn pad en vermijd de kwetsbaarheid. Mensen dienen tegenwoordig vooral kwetsbaar te zijn, maar nu ook natuurgebieden. Nog even een paar honderd meter, eerst langs een oude schaapskooi, dan de Stal Lozeman en dan is daar mijn stalen ros. Het paard in de wei heeft niet geknabbeld aan mijn zadel.
Deze Trage Tocht gaat door het mooie gebied tussen Nijkerk en Putten en Voorthuizen. Een gebied van landgoederen en oude verhalen.

Tijdens het schrijven van dit verhaal drink ik thee. Thee uit de thermosflessen die ik mee had genomen voor onderweg. Ik liep echter in één keer door. Nu drink ik thuis de meegedragen thee, die in mijn kom stroomt, als water door de Maas.

Putten – Trage Tocht Gerven – 17 kilometer

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.