Dit is de zesde in een serie van stadse rappe rondjes in en rond Arnhem, nu in Arnhem-Zuid rond Elden. Elden was een Betuws dorp, maar maakt sinds 1966 deel uit van de gemeente Arnhem. De dorpsraad van Elden waakt over de identiteit van het dorp en is bijzonder actief. Elden heeft, omsloten door de stadse hectiek nog de uitstraling van een rustige enclave. Op deze wandeling worden we verrast door dijken en dijkdoorbraken van de Rijn in de groene rafelranden tussen Elden en Arnhem. Hoog bovenop de Drielsedijk hebben we zicht op Huize Voorburg en de Voorburgse Kolk aan de ene kant en het Hoefijzer aan de andere kant. De Voorburgse Kolk ontstond al in 1711 toen de sluis in de bandijk bezweek onder het hoge water. De hoefijzervormige gracht is een overblijfsel van het hier gelegen voormalige Fort Elden. Dit fort moest Arnhem beschermen tegen een aanval vanuit het zuiden, maar was ook bedoeld als fort voor de IJssellinie. Het fort werd in 1872 opgeheven. Park Westerveld met de Westerveldse Kolk is een groene oase. Het park werd aangelegd door de familie van Voorst tot Voorst, die een landhuis bezat in het park. Verderop komen we nog langs de Kolk van Schouten, gevormd na een dijkbreuk in 1820 en zo genoemd naar een fruitteler die naast de plas woonde. We lopen over het grote tuincomplex De Steenen Camer, langs de gelijknamige horeca en door de boomgaard met Romeinse tuin. Terug over het Perenlaantje, dat nog dateert uit de tijd dat Baron Walter van Voorst tot Voorst (1844-1922) het kweken en beschrijven van perenrassen als hobby had. Het volgende deel van de route heeft weer een heel ander karakter: we lopen over fietspaden om de randen van Elden heen met zicht op water en groen en als contrast de hoge Ohratoren op de achtergrond. In het dorp passeren we molen De Hoop. Op deze beltmolen uit 1846 maalt tegenwoordig een vrijwillige molenaar tarwe.
