Wandelen in en rond kunstenaarskolonies
Het geïsoleerde Domburg, dat aanvankelijk slechts per schuit of karrespoor te bereiken was, trok door haar ligging - strand, zee, duinen en bos - vanaf ongeveer 1835 rijke badgasten uit Middelburg. Die waren welkom, want er was veel armoe. Langzaam ontwikkelde er zich in Domburg een badcultuur, met een geneesheer, badpaviljoen en badhotel. Vooral de komst van 'wonderdokter' Georg Mezger, met veel rijke en adellijke klanten, maakte van Domburg een ontspanningsoord.
Rond 1900 waren er in Domburg vele factoren die de kleine plaats met landarbeiders aantrekkelijk maakte voor kunstenaars: de welgestelde badgasten, de komst van een stoomtram én het verblijf van Jan Toorop, die er vanaf zijn eerste bezoek in 1896 steeds langer verbleef. Piet Mondriaan kwam vanaf 1908. Domburg kreeg met hen de pioniers van de moderne kunst binnen. Waren de Veerse schilders vooral traditionalisten, Domburg werd gezien als het laboratorium voor moderne kunst.
De wandeling voert langs belangrijke plekken in Domburg, langs de Hoge Hil en de boulevard, door de duinen en De Manteling, een bosgebied dat geliefd was bij de kunstenaars. Tegen het eind komen we bij het museum, dat genoemd is naar kunstverzamelaar Marie Tak van Poortvliet.
Historisch beeldmateriaal, vooral schilderijen, staan in de wandelgids Naar de natuur. Wandelen in en rond kunstenaarskolonies
