Terwijl de kerken leeglopen, groeit in Nederland de Mariaverering. Dit is ook merkbaar in Heiloo, bij het bedevaartsoord Onze Lieve Vrouw ter Nood. Heiloo is de grootste Mariabedevaartsplaats in Nederland. Tot 2013 stopten er zelfs treinen voor de bezoekers van dit pelgrimsoord. De omgeving van Heiloo (Heilig loo = heilig bos) kent niet alleen een bloeiende Mariaverering. In het dorp en in het naburige Egmond-Binnen zijn enkele locaties die herinneren aan de oorsprong van het christendom in Nederland. In 690 arriveerde de Ierse monnik Willibrord in Heiloo om te prediken en de lokale bevolking te bekeren. Bij de (nu protestantse) Witte Kerk staat de Willibrordusput. Aan het water uit deze put werden geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven en deze werd tot in de 19e eeuw bezocht door pelgrims. Even buiten Egmond-Binnen bevindt zich de Adelbertusakker, de plaats waar Adelbert, de rechterhand van Willibrord predikte en werd begraven. Ook hier is een put te vinden met geneeskrachtig water. En een derde put, de Runxputte, bevindt zich voor de Genadekapel van O.L.V. ter Nood. Verder bevindt zich sinds 1935 in Egmond Binnen de St. Adelbertabdij, waarmee de Benedictijner monniken terugkeerden op de plek waar tot 1573 een klooster had gestaan en waar de graven van Holland werden begraven. Na eeuwen van vernietiging en tegenwerking van protestantse zijde kwamen de voormalige cultusplaatsen aan het begin van de 20e eeuw weer in katholieke handen. Bij de Runxputte werd een nieuwe genadekapel ter ere van O.L.V. ter Nood gebouwd en een devotiepark aangelegd met daarin een grote bedevaartskerk en een kruisweg. Het heiligdom wordt jaarlijks bezocht door 10.000 mensen die op georganiseerde bedevaart gaan en door circa 70.000 individuele bezoekers.
