Meesters en juffen in Friesland waren vanouds nauw verbonden met het dorpsleven. Zij namen in sociaal opzicht een tussenpositie in, met aan de ene kant de notabelen als de burgemeester, notaris, dokter en dominee en aan de andere kant de boeren, landarbeiders en kleine middenstanders. Zij organiseerden allerhande sociaal-culturele activiteiten, van landbouwvoorlichting tot cabaret. Zij speelden ook een vooraanstaande rol in de brede volksbeweging die vanaf het midden van de negentiende eeuw in de verarmde Friese dorpen en stadjes opkwam. Via volksvoordrachten en volkstoneel in het Fries richtten zij zich tot het gewone volk. De meeste Friese plattelandsgemeenten waren in de negentiende eeuw armlastig en daarom bleven de salarissen van de onderwijzers ver beneden het peil van hun stedelijke collega's. De onderwijzers waren dan ook maar wat blij met de eieren, groente en zelfs kippen die hun leerlingen meebrachten als betaling van het schoolgeld. Soms bracht de tuin bij de onderwijzerswoning uitkomst. Een van hen, Kornelis de Vries in Sumar, ging zelfs zo ver dat hij zich ontwikkelde tot een echte vooruitgangspionier door nieuwe aardappelrassen op zijn school te telen.Deze wandeling voert door een heel bijzonder stukje 'wetlands' dat ontstond door de veenafgravingen: het Park De Alde Feanen, een gebied dat bestaat uit open water, uitgestrekte rietvelden, bloemrijke graslanden en moerasbossen. Daarom zijn waterdichte schoenen aan te bevelen.Deze wandeling bestaat vooral uit verhalen die we vertellen over wat zich in de onderwijshistorie in de dorpen rond het natuurgebied De Alde Feanen afspeelde. In dit deel van Friesland liggen de dorpen waar de verhalen zich afspeelden te ver uit elkaar om te bezoeken.
