Een heerlijk rustig rondje, zeker op een doordeweekse dag, over de eindeloos uitgestrekte, heuvelachtige heidevelden aan de zuidzoom van de Veluwe. Alleen al onderweg naar het beginpunt toe, de laatste parkeerplaats aan een verharde weg, is het genieten van het glooiende landschap. We gaan aan de wandel en komen al snel langs een merkwaardig restant uit de Tweede Wereldoorlog, Teerose II. Het zijn de restanten van een Duits radiopeilstation, vlakbij Signaal Imbos, met 110 meter het hoogste punt op de Veluwe. De heidevelden op de Rheder- en Worthrhederheide, grotendeels overgroeid door het pijpenstrootje, hebben fraaie namen als Doornstruik en Kromme Elleboog. Het pijpenstrootje groeit in pollen (horsten) en kan dichte vegetaties vormen. Door het massale voorkomen heeft het een nogal negatieve klank gekregen; het is vooral deze grassoort, samen met bochtige smele, die een rol speelt bij de 'vergrassing' van de heide. We passeren het opvallende kunstwerk 'Highlander', gemaakt door Jantien Mook. Het kaarsrechte, lange Kerkpad tussen de enclave Imbos en de zeven kilometer verder gelegen kerk in Rozendaal leidt ons over het Rozendaalse Veld. Een andere naam voor het Rozendaalse Veld is 'Velperhei'. Vroeger werd de hoogvlakte beheerd door de 'geërfden van het dorp Velp', een oude marke-organisatie die nog altijd bestaat. We komen even aan de rand van het hondenlosloopgebied, waar het iets drukker kan zijn, maar over fraaie smalle heidepaadjes keren we om in de richting van de Brandtoren, van 1949 tot 1978 bij de brandweer in gebruik om bos- en heidebranden te signaleren. De 34 meter hoge toren werd in 1989 gered van de sloop door de stichting 'behoud brandtoren Rozendaalse Veld' en is toen flink gerestaureerd. Het is de laatste brandtoren op de Veluwe. Alleen de eerste omloop is opengesteld voor het publiek.